Ulysse Ellian, fractievoorzitter van de VVD berichtte afgelopen donderdag op de Politieke Markt over de coalitie-onderhandelingen die gaande zijn. Hij bouwde zijn speech op uit vier onderdelen die inzicht gaven in het onderhandelingsproces, onderdelen die gevoed werden vanuit die onderhandelingen, wat partijen tegen hem gezegd hadden: De raad is niet kritisch genoeg, te breedsprakig, niet to the point en samenwerking ontbreekt. Het college is niet zichtbaar en niet daadkrachtig en de ambtenaren hebben te veel macht.
Zaken die in de wandelgangen van het stadhuis vaak benoemd worden met altijd de fluisterende toevoeging “je hebt het niet van mij.” Kortom de sfeer in het stadhuis is om te snijden. Ellian noemde zelfs dat het woord ‘chaotisch’ in de besprekingen was gevallen.
De speech van Ellian was opmerkelijk en gaf een kijkje in zaken die iedereen wist, maar waar niemand over durfde te praten. Nu kan niemand er nu om heen: er zal gepraat moeten worden. De raad moet als samenwerkende raad gaan functioneren en niet als hakketakkende eilandjes die alleen op politiek gewin op de vierkante meter uit zijn, het college moet gewoon gaan uitvoeren wat de raad wil en de ambtenaren moeten terug in hun hok. Nu is het nog vaak zo dat ambtenaren bepalen en wethouders braaf aan hun handje meelopen. Dat moet andersom, de raad bepaalt, wethouders voeren uit en ambtenaren ondersteunen bij die uitvoering.
De speech is Ellian niet door iedereen in dank afgenomen. Met name niet door zure, oude (en veelal uitgerangeerde) politici. Of omdat niet begrepen werd dat het niet louter Ellians mening was (de kritiek kwam vanuit het overleg), of – en dat zal het vooral zijn – omdat niemand in en buiten het stadhuis gewend is dat man en paard genoemd worden.