Daar istie dan. De cover voor mijn columnboek.
De tekst van de achterflap:
Mijn redactiechef bij het Dagblad van Almere, Cor van Mulligen, spoorde mij aan om zó columns te schrijven dat ‘de ene helft van de lezers vóór mij was, en de andere helft
tegen mij.’ Sterker nog, “ik wil opzeggingen”, riep hij uit. Dat leverde inderdaad een leuk aantal opzeggingen van abonnees op, nog meer fantastische ingezonden brieven en vele ritjes naar Hilversum waar de Gooi- en Eemlander, de baas van Cor, zetelde. “Mienstra, we zijn weer eens ontsteld over je columns.”
Opzeggingen van abonnementen en een boze hoofdredacteur in Hilversum zorgden steevast voor gebak op de redactie in Almere.
Dit boek is een selectie van de columns die ik van 12 mei 1998 tot 12 mei 2018 schreef. Ik hoef me maar te bukken in Almere, en ik kan zo een onderwerp oprapen. Politiek, een petje achter het stuur, het thuisfront, vrouwen, boodschappen doen… onderwerpen te over.
Buurman Karel
In dit boek ontbreekt Buurman Karel niet. Mijn illustere – altijd enigszins benevelde – buurman fileerde iedere zaterdag aan zijn huisbarretje het Almeerse. Hij acteerde in 144 columns in het Dagblad van Almere en werd een lieveling van het lezerspubliek.
Ik schrijf columns voor Almere DEZE WEEK. Daarvoor deed ik dat in het Dagblad van Almere, de Gooi- en Eemlander en Almere Vandaag. Mijn carrière begon in een plaatselijk onderwijsblad.