Een witte man van de organisatie van de Black Lives Matter demonstratie afgelopen zondag in het Lumièrepark wees zondag de deelnemers er op dat ze op de zandstippen moesten gaan staan en anderhalve meter afstand moesten houden.
“Ik luister niet naar een witte”, riep een zwarte jongen van een jaar of 17 die naast me stond tegen hem en hij maakte een wegwerpgebaar naar de vrijwilliger.
Mijn vrouw Jessica en ik keken elkaar verbijsterd aan.
“We zijn hier toch om samen op te trekken”, fluistert Jessica, “wat zou er hier gebeuren als ik zou roepen ‘ik luister niet naar een zwarte’?
Meteen maan ik Jessica tot kalmte, want zij wilde direct de discussie met de jongen aangaan.
“Ik luister niet naar een witte”, het dreunt nog na in mijn hoofd.
De Black Lives Matter demonstratie is toch tegen racisme en discriminatie.
Waarom zou de zwarte jongen niet naar een witte man willen luisteren die juist in de organisatie van de demonstratie zit?
Hij luistert dus niet omdat de man wit is, niet omdat die hem een onwelgevallig advies geeft, niet vanwege de inhoud.
Harcourt Klinefelter, pr-man van Martin Luther King, speechte strijdbaar tijdens de demonstratie en genuanceerd. “Het virus dat discriminatie en racisme heet treft iedereen, los van etniciteit, leeftijd, sekse. Ik ben er niet vrij van. Wel ben ik me er sneller bewust van en kan het dus beter bestrijden.”
Een uurtje later komt er een grote zwarte man naast me staan. Ik herken hem niet door zijn mondkap. Maar zijn ogen lijken te glunderen. Hij doet zijn mondkap af.
“Rogerio”, roep ik uit.
Een oud-leerling uit de jaren ’90.
Naast hem staat een jongen van een jaar of 16, het bleek zijn zoon.
“Dit was mijn leraar op de middelbare school”, legt Rogerio hem uit.
We slaan elkaar op de schouders en lachen.
Ooit had ik in de klas een groot conflict met Rogerio. Het verweet me toen racisme.
Allebei waren we uiteindelijk bereid tot een gesprek.
‘Een dialoog’, zou onze burgemeester Franc Weerwind het noemen.
Die duurde lang.
Uiteindelijk werden Rogerio en ik de beste maatjes op school.
We hebben wat afgelachen met elkaar.
En nu weer zijn we blij elkaar te zien.
“Ik luister niet naar een witte.”
Ik hoop dat de zwarte jongen goed naar Klinefelter heeft geluisterd. Niet luisteren naar iemand louter omdat hij wit is, zou door Martin Luther King fel afgewezen worden.
Ik hoop ook dat de witte leraren van de jongen Klinefelter gehoord hebben.
En dat ze met elkaar in dialoog gaan.