Ruim 18.000 woningzoekenden in Almere. Gemiddeld 354 gegadigden voor een sociale huurwoning, gemiddeld 9,2 jaar wachttijd voor een woning.
Dit werd mij verteld op de politieke markt, afgelopen donderdag.
Ik schrok me rot van die cijfers.
‘Woningnood in Almere’, zette ik als kop boven mijn artikel.
Zelden kreeg ik op de krant binnen een paar uur zoveel reacties.
Mensen die al 14 of 15 jaar op een woning wachten, radeloze jongeren, ouders die hun kind van 10 alvast willen inschrijven. Iemand van een zorginstelling sprak van ‘verborgen dakloosheid’ in Almere: “veel mensen wonen bij anderen in, hoppen van de ene – al bewoonde woning – naar de andere. Gelukkig maar, anders sliepen ze in het park.”
Opvallend is dat er niet één Almeerse politicus op het artikel ‘Woningnood in Almere’ reageerde.
Normaal mengt politiek Almere zich wel in discussies – dat wordt op prijs gesteld door onze lezers – maar dit keer 0 (nul).
Ik vertelde dat aan mijn vrouw Jessica.
“Het interesseert ze gewoon niks”, klonk haar antwoord met Amsterdamse tongval.
Dat geloof ik niet.
Ik denk dat ze niet reageren omdat ze geen oplossing weten.
En…
‘Zo vlak voor de verkiezingen ga ik mijn vingers er niet aan branden.’
Ik haal hem toch nog maar weer eens van stal…
In 1978 zei PvdA’er Jan Schaefer: ‘Ik gelul kan je niet wonen.’
Hij mocht dat niet zeggen.
Het werd opgeschreven als: ‘In geouwehoer kan je niet wonen.’
Nu hoor ik de politici helemaal niet.
Geen gelul.
Helemaal niks.
Huize doofpot.