“U komt er niet in”, zegt een beveiliger tegen me als ik naar het Weerwatereiland wil om verslag te doen van het planten van de eerste Floriadeboom.
“Natuurlijk wel”, zeg ik, “ik kom verslag doen voor Almere DEZE WEEK”
“Heeft u een officiële uitnodiging?”, klinkt het bars.
Die heb ik niet.
“Maar ik heb me wel bij de gemeente aangemeld”, zeg ik.
“U komt er niet in”, klinkt het weer.
“Dan ga ik weer naar de redactie en schrijf een ronkend artikel dat de pers geweigerd is bij dit Floriadefestijn”, zeg ik.
“U doet maar”, zegt de man.
Ik laat de man mij NVJ-perskaart en mijn politieperskaart zien.
“Maakt niet uit, u komt er niet in”, gromt de beveiliger.
Het is voor het eerst van mijn leven dat ik als journalist ergens wordt geweigerd.
Ten einde raad bel ik een ambtenaar van de gemeente.
Hij leidt mij langs de beveiliger, met in mijn kielzog andere pers.
’s Avond praat ik er over met een journaliste van een landelijke krant.
“Heb je je perskaarten wel laten zien?”, vraagt ze.
“Zeker”, knik ik.
“Als mij dit overkomt, dan bel ik meteen de NVJ* ”, zegt ze. “Die maakt dan onmiddellijk stampij op hoog niveau. En dan laten ze je echt wel binnen zonder dat je een ambtenaartje hoeft te bellen.”
“Volgende keer ga je weg”, zegt mijn vrouw Jessica als ik thuis kom. “Hebben we eindelijk eens een relletje rond de Floriade.”
*Nederlandse Vereniging van Journalisten.
Kaartnummer maar effe geblurd.